De restauratie
Een team van experts op diverse vakgebieden werkte ruim een jaar aan de restauratie en verhuizing van de goudleerkamer. Het interieur verhuisde van het voormalige woonhuis van Simon van Gijn aan de Nieuwe Haven 29, naar het naastgelegen entreepand op nummer 30. In mei 2024 sloot de goudleerkamer op de plek waar deze sinds 2001 was ingebouwd.
Het goudleer
De panelen goudleer werden ontmanteld en gingen naar het restauratieatelier om schoongemaakt te worden. In de afgelopen eeuwen is een deel van het goudleer verloren gegaan. Dit is toen vervangen door 'facsimile', replica's van papier. Daarom zijn er ook stukken goudleer opnieuw gemaakt. De restauratoren hebben veel onderzoek gedaan naar hoe dit goudleer opnieuw te maken, iets wat nog maar weinig mensen kunnen.
Goudleer wordt gemaakt van kalfsleer, met daarop een laagje bladzilver. Voor de nieuwe panelen bladaluminium gebruikt, omdat dit niet oxideert (zwart wordt). Deze zilverkleurige laag wordt geel vernist, waardoor het goud lijkt. Het bewerkte leer wordt in een mal geperst, waardoor een reliëf ontstaat. Hierna worden delen van het goudleer met verf beschilderd om het patroon tot leven te brengen. Het nieuwe goudleer wordt zó behandeld, dat het meer gaat lijken op het oude goudleer.

Dit paneel nieuw goudleer toont mooi de opbouw van de verschillende lagen.
2025
De plafondstukken
Het was een ingewikkelde klus om de plafondstukken, wat eigenlijk enorm grote schilderijen zijn, van het ene naar het andere pand te verhuizen. Via de ramen werden de stukken met zorg overgebracht en in de nieuwe setting ingebouwd. Het plafond werd beschilderd door Augustinus Terwesten (1649-1711) en verbeelden de wereldse roem – de vergankelijkheid van alles op aarde wat ooit groot is geweest.
De raampartij
De goudleerkamer stamt uit 1686 en werd in 1890 voor het eerst verplaatst. Tijdens de vele verhuizingen die volgden is de zijde die aan de raamkant van de kamer zat, verloren gegaan. Houtrestauratoren ontwierpen en bouwden daarom een nieuwe raampartij voor de kamer. Als voorbeeld is de raampartij uit het 17de-eeuwse woon/winkelpand De Rozijnkorf gebruikt, waar het interieur origineel ingebouwd zat.